Aarde staren en zaadjes kijken

Met een sjaal om sta ik in de tuin te staren naar mijn 3 moestuinbakken. Zie ik al iets groens boven de grond uit komen? Jammer dat zaden niet ontkiemen van al dat turen. Met mijn ogen speur ik de vakken van mijn makkelijke moestuin af waar ik labels in heb gezet met wat er gezaaid is. He, ik zie iets groens…bijna wil ik een gat in de lucht springen, maar dan zie ik dat het het vak van de worteltjes is. Worteltjes ontkiemen niet zo snel, zeker niet met zulke lage temperaturen en pas ontkiemde wortelzaadjes zien er bovendien heel anders uit…ik heb zojuist het eerste onkruid al gespot. Jakkes.

Teleurgesteld

Net op het moment dat ik teleurgesteld wil afdruipen valt mijn oog op nog iets groens. Hé dat ziet er uit als… ja het ziet er uit als een ontkiemde peul, een aantal ontkiemde peulen zelfs! Yes! Daar zijn ze, mijn eerste ontkiemde zaden. Op naar bossen vol peulen en erwten en later nog wortels, spinazie, radijsjes, tomaten, courgette, komkommer en nog veel meer. In mijn eentje doe ik een dansje door de tuin, met mijn rode sjaal om. De buren zullen wel denken, daar heb je dat gekke mensen weer. Maar het kan me niets schelen, het moestuinseizoen is weer begonnen en dat is reden voor een klein feestje in de tuin. Ik met mijn moestuinbak, mijn moestuinbakken en ik. Als ik verder kijk zie ik dat de wintererwten ook al boven de grond uit piepen, daar zijn wintererwten en peulen goed in. Verder helaas alleen maar hier en daar wat nukkig onkruid dat hoopt de vers gezaaide zaadjes te slim af te zijn door sneller te zijn. Dan heeft dat onkruid buiten mij gerekend! Ik grijp bij de lurven en ruk het uit mijn bak, met wortel en al. Misschien niet zo heel vriendelijk, maar we kunnen geen kapers op de kust hebben die mijn kostbare potentiële zaailingen verdringen.

Naar binnen

Nu de eerste zaailingen verschenen zijn en het eerste onkruid gewied besluit ik mijn planten binnen maar eens wat aandacht te gaan geven. Niet alleen vind ik het buiten wel erg koud zonder jas, ook hebben mijn arme plantjes binnen alweer een tijdje geen water gehad. Oeps vergeten in al het moestuinenthousiasme en tussen het voedingen aan de baby geven door. Ja die wil ook steeds drinken. Buiten is dat op het moment niet nodig, de grond is goed nat en anders doet Lucas dat wel want die is dol op de tuinslang en met water sproeien.

Ik ben daar wat minder dol op want niet alleen sproeit hij met liefde de net te drogen hangende was nat, of zijn zus die buiten wil komen spelen, ook verdrinkt hij mij verse zaailingen met iets al te veel liefdevol water. Want zaailingen zo is zijn vijfjarige jongetjesanalyse, die moeten water hebben om te groeien, héél véél water.

Review: Uitwisbaar notitieboek van Greenstory

De boekjesmens

Ik ben een boekjes- en schriftjesmens. Een aparte diersoort die nog steeds niet zo veel opheeft met het digitale. Heerlijk vind ik het om dingen op papier te zetten. Op papier ja, niet op het scherm, niet getypt, ik wil het schrijven, voelen en zien. Pas als het op papier staat kan het uit mijn hoofd. Het schrijven en ordenen van dingen heeft op mij een therapeutische werking, heerlijk vind ik dat. Orde in de chaos, inzicht, ideeën op een rijtje of een to-do lijst die ik kan afstrepen. Ook teken ik vaak dingen, schrijf ik in een vorm, pijltjes er tussen of er naartoe maak ik even een schematisch overzichtje van een idee. Probeer dat maar eens op de computer snel voor elkaar te krijgen precies zoals jij dat in je hoofd had.
Het enige nadeel van papier is dat je soms overnieuw moet beginnen omdat je dingen toch ánders wil opschrijven, in een andere volgorde, of dat je meer ruimte nodig had.

Onbewust heb ik inmiddels stapels boekjes, in sommigen zijn een paar bladzijden geschreven of wat tekeningen gemaakt. Sommige schriften staan bladen vol notities in, telkens weer over iets anders. Soms pak ik een nieuw boekje voor een nieuw project en ook heel vaak pak ik een boekje met ander soort papier. Schrijven doe ik graag op ruitjes, schema’s maken graag op een grid met puntjes en soms zijn lijntjes toch wel fijner. En wat denk je van blanco als je een idee wil tekenen.

Maandplanner

Sceptisch

Ik moet toegeven dat ik wat sceptisch was toen ik hoorde van het uitwisbare notitieblok. Ik zag al voor me hoe ik met mijn handen er doorheen zou vegen, hoe mijn rechterhand zwart zou zien aan de zijkant van het vegen door te tekst. Het leek me niet lekker schrijven en bovendien, waarom zou je iets uit willen wissen? Wie schrijft die blijft toch?
In mijn hoofd was er echter ook een stemmetje dat zei: “Dit moet je proberen.” want het scheelt tenslotte een hoop papier. Bovendien scheelt het ruimte en spullen en waren we dat niet aan het proberen te doen? Het is groen en duurzaam en misschien wel onmisbaar handig? Ach waarom probeer ik het niet gewoon dacht ik uiteindelijk, want dat met al die boekjes werkt ook voor geen meter.

Uitwisbaar notitieblok

Ik ging op zoek naar de verschillende mogelijkheden. Er zijn inmiddels meerdere uitwisbare notitieblokken op de markt ontdekte ik. Ik viel uiteindelijk voor het notitieboek van Greenstory. Het was vooral de mogelijkheid om te variëren die me aansprak. Ik kon er niet alleen allerlei soorten papier en verschillende kaften bij bestellen maar ik kon ook de indeling veranderen al naar gelang mijn behoefte veranderde.

Ik kon een boek met een maandoverzicht voor mijn blog, een week overzicht met hetzelfde doel, lijntjes, to-do lijsten en een paar pagina’s dotted grid. De kaft hield ik simpel want je kunt er altijd los eentje bestellen en toevoegen als het blijkt te bevallen.

Mijn moestuinplanning op een dotted grid

Mijn ervaring

Van mijn scepsis is weinig over. Wat een fijn notitieboek! De mogelijkheden van een computer maar dan op papier en handgeschreven. Schrijf je iets verkeerd dan wis je het even uit, wil je toch een andere volgorde van pagina’s dan wissel je even om en als je klaar bent met een pagina dan wis je die gewoon helemaal uit en gebruik je hem overnieuw.
Je geschreven tekst droogt vrij snel en eenmaal droog veeg je het niet heel makkelijk uit met je handen. Als je de bladzijde uit wil wissen kun je met een spraytje een paar spuitjes op de bladzijde spuiten en veeg je de bladzijde met een microvezeldoekje zo schoon. Ik heb ook al een paar keer bladzijden verwisseld omdat ik er nog iets voor of achter aan toe wilde voegen. Het is door de vorm en het uitwisbare een stuk flexibeler dan een gewoon notitieboek.
Ik gebruik een deel voor mijn moestuinperikelen, ik maak altijd schema’s en uiteindelijk gebruik ik die dan niet meer omdat ik er te veel van afgeweken ben. Misschien kan ik het nu dan gewoon bijwerken door de afwijkingen weg te wissen. Geen haan die daar naar kraait.

Inmiddels heb ik het boek al een maand intensief gebruikt en ik geloof niet dat deze liefde over gaat. Nu wil ik er ook een kaft bij, zo’n vegan. Oh en nog meer pagina’s, gewoon omdat het kan. Misschien die met ruitjes eens uitproberen?

Mijn eeuwige lijstjes

Lijkt het jullie wat? Of blijf je toch liever bij de oude vertrouwde opschrijfboekjes?

Mijn toch best mooie ziekenhuisbevalling (zonder bloedspetters of andere schokkende onderdelen)

Ideale wereld

In de ideale wereld zou mijn zoon thuis geboren worden in een bevalbad met behulp van een lieve rustige verloskundige en mijn man. Daarna zou mijn zoontje in alle rust mogen bijkomen op mijn buik en drinken uit mijn borst. We zouden lekker in bed kruipen en diep onder de dekens verscholen samen liggen. We zouden een geweldige kraamweek hebben waarin een lieve kraamzorg fruit voor me zou snijden en alles precies zo zou doen als ik het in mijn hoofd had. De baby en ik zouden natuurlijk gelijk goed op elkaar ingespeeld zijn en ik zou zijn huiltjes herkennen. Doorslapen hoeft nog niet maar uiteraard sliep ik dan gewoon lekker overdag met de baby mee. En iedereen leefde nog lang en gelukkig
Ja in de ideale wereld is kinderen krijgen vooral een blijde gebeurtenis, zo’n dag als je trouwdag die je nooit zult vergeten, overstroomd met mooie herinneringen.

Niet zo ideaal

Alleen ik beviel niet in de ideale wereld maar in het ziekenhuis, liggend op mijn rug op een bed zonder eind. Een gebed zonder eind werd het ook want ergens op de 8 centimeter bleef ik hangen. Uren lang. Weeënopwekkers mochten niet baten dus uiteindelijk, vlak voordat ik de handdoek definitief in de ring wilde gooien, sprak mijn man mij bemoedigend toe dat we een team waren en perste ik hem er uit. Hij gaf één boze kreet vanwege de abrupte overgang van mijn warme veilige moederschoot naar een helverlichte grote ruimte gevuld met witte jassen.

Even terug

Daar aan vooraf ging natuurlijk nog wel wat meer, want ergens kwam ik tot aan die acht centimeter. Ik had een hobbelbevalling, ergens twee dagen voor de daadwerkelijke geboorte begon er in mijn buik iets te rommelen. Niet hard genoeg voor een bevalling, niet zacht genoeg voor loos alarm. Die dag kreeg ik te horen van de gynaecoloog dat ze dacht dat mijn bevalling toch wel op gang aan het komen was. Ik was 36 weken en 5 dagen dus nog wel wat aan de vroege kant, maar ja, mijn gevoel had eerder die week al aangegeven dat het niet lang meer ging duren. Ik heb mezelf nog even voor de gek gehouden, het was vast nog niet bevallen. Na een nachtje niet slapen en nog een dagje steeds wat sterker wordende (tja, waren het nou harde buiken of weeën?) harde buiken mocht ik ’s avonds naar het ziekenhuis. Ik had 2 centimeter ontsluiting en het leek niet echt op weeën wat ik had vonden ze. Tja het leek ook niet echt op geen weeën dacht ik bij mezelf. In de twee uur die daar op volgde moest ik wachten, mocht er dan nog niets gebeurd zijn dan zouden ze me opnemen om te laten slapen. Sederen noemden ze dat. Het kon me niets meer schelen, ik wilde best graag slapen na 36 uur wakker geweest te zijn.
Uiteraard werd die slaap mij niet gegund, vlak voor het verstrijken van die 2 uur schoot ik ineens vol in de weeën, echte deze keer en bij de controle had ik ineens 4 centimeter ontsluiting, ik mocht gaan bevallen (knappe arts die mij nog had tegengehouden maar goed). En dan mag je dus naar een verloskamer, lang leve de medische bevallingen.

Mijn bevalling

In de uren die daarna volgden ging ik volledig in mijn eigen bubbel, de weeën zoemde ik weg op een drietoon en mijn man hield mijn been vast, mijn ene been. Af en toe dommelde hij in slaap, waarop hij van mijn een stoot kreeg bij de volgende wee. Hij mocht niet weg, de weeën kwamen snel, ik had hem nodig want we waren een team. De verpleegkundige kwam af en toe even om het hoekje kijken, verbaasd over de rust die in de kamer heerste. De gynaecoloog kwam poolshoogte nemen, op de monitor zag ze erg sterke weeën. Ik lag ondertussen maar te zoemen, mijn armen boven mijn hoofd. Ik wenste niet gestoord te worden in mijn bubbel, de enige die daar mocht zijn was mijn man. En tussendoor maakte ik af en toe een grapje.
En toen ineens zat ik op 8 centimeter. Nog eventjes maar was de gedachte. Maar ik werd onrustig, wilde bewegen. Ik ging plassen, op een bal zitten, een rondje lopen om vervolgens bij de volgende heftige wee door mijn benen te zakken en te constateren dat ik of moest zitten of liggen. En een paar uur later zat ik nog steeds op die 8 centimeter. En nog wat uren later nog steeds. Tot de gynaecoloog besloot dat het genoeg was en ik mijn kind er maar eens uit moest gaan persen, kijken of ik ‘m misschien met persen nog voorbij de laatste twee centimeter kreeg. En daar waren we dan in die ruimte met witte jassen, drie stuks. Ze riepen me bemoedigend toe, dat ik moest persen, dat ik het kon. Op gewone weeën, die ik weg wilde puffen, tussen die weeën door viel ik in slaap, uitgeput van 48 uur niet slapen. Ik had vooraf nog tegen mijn man een keer gezegd dat ze echt niet moesten gaan roepen, dat dat niet zou werken. En dat bleek. Ik werd steeds obstinater, zei dat ze het zelf maar moesten doen. Ik wilde niet meer, ik kón niet meer. Dat dacht ik tenminste, denkt iedere vrouw dat niet op het eind? Ze riepen weer, steeds fanatieker moedigden ze me aan, met z’n drieën. “Ik kan niet meer!” riep ik. “Tuurlijk wel” riepen ze. ‘Dat bepaal ik zelf wel’ dacht ik en ik stopte er mee. Ik zei dat ik het niet meer deed. En daar was mijn held, mijn echtgenoot, mijn partner in crime. Hij pakte mijn handen en praatte zachtjes in mijn oor. Dat we samen zo ver gekomen waren, dat we een team waren, dat ik op één wee drie keer kon persen, dat had hij namelijk gezien bij de vorige weeën. Dat ik moest ademhalen tussendoor en dat we het samen gingen doen. De witten jassen hielden eindelijk hun mond en keken toe hoe ik, met mijn laatste verzamelde krachten, met mijn man als coach, mijn baby eruit perste. En toen ik eindelijk de drang voelde om heel hard te persen moest ik stoppen, want, randje uitscheuren en dat soort grappen. Wat wíllen ze nou dacht ik nog. De volgende wee was mijn kind er ineens uit, nou ja, niet ineens, daar moest ik echt wel wat voor doen, maar het was gelukt. Zonder kleerscheuren, alleen een lichtelijk klein beetje moe.

Míjn wereld

Dat het wel míjn wereld was waarin ik onze baby neerzette kregen de witte jassen daarna te horen. “De navelstreng is uitgeklopt, papa mag hem doorknippen” zeiden ze. Ik voelde vlakbij het buikje van mijn zoontje aan de navelstreng en zei: “De navelstreng is niet uitgeklopt hoor.”. De gynaecologe wier dienst eigenlijk wel afgelopen was mompelde wat. De Gynaecoloog in opleiding voelde ook eens en zei vervolgens met wat verwondering in zijn stem: “Hier klopt hij inderdaad nog”. Er werd gewacht, want moeders wil is wet, wél in deze kamer.
De placenta werd geboren, mijn kind en mijn placenta, de letterlijke verbondenheid met mij was verbroken. De navelstreng werd liefdevol door papa doorgeknipt. Nou ja het was natuurlijk best een werkje want de navelstreng is maar een taai ding. Gelukkig hebben ze scherpe scharen in het ziekenhuis.
En terwijl Fosse op mijn buik lag met zijn oogjes wijdopen en de wereld aanschouwde vanuit de warme arme van zijn moeder bekeken wij de placenta, het vlies, de navelstreng en al die wonderen van de natuur. En Fosse had tien vingers en tien teentjes en mocht lekker bij me blijven. Een uur en dan moest hij naar de neonatologie.
Dat uur werden er bijna twee, ik had er vooraf voor gestreden, ik wilde eigenlijk helemaal niet gescheiden worden van mijn kind. Ze wisten het, het ging goed dus ze gunden mij veel tijd. Gouden uren waarin ik langzaam kon wennen aan het feit dat hij niet meer in mijn buik zat en Fosse zijn eerste mijlpaal beleefde. Hij dronk uit mijn borst.

Als het niet kan zoals je wil

Als het niet kan zoals je wil dan moet je er wat van maken. Oh ik heb gehuild en ik ben boos geweest en heel gefrustreerd van te voren. Soms vroeg ik me af of ze überhaubt wel wilden dat het een fijne ervaring voor moeder en kind zou zijn. In ons ziekenhuis kon je niet bevallen in een bevalbad, niet bevallen op een baarkruk of andere dingen die een bevalling aangenamer zouden kunnen maken. En volgens protocol zou Fosse daarna dus naar de neonatologie gaan.

Maar één ding deden ze in dit ziekenhuis wel goed. Het bevalplan werd aandachtig gelezen. Ik had een uitgebreide geschreven en besproken met de juiste personen. In mijn bevalplan stonden een aantal dingen die ik graag wilde en een aantal dingen die ik niet wilde.

Wat ik vooral gedaan heb is bedenken wat er wél zou kunnen en wat ik daar aan kon doen. Niet in bad, maar wel op een bal. De bal lag achter in de auto maar op de afdeling bleek er ook eentje te zijn. Wat een rotding trouwens, lig ik toch liever op dat rare bevalbed.

Samen met mijn man had ik bovendien een soort privécursus hypnobirthing/zwangerschapsyoga/rebozo gedaan. Daardoor ging ik heel zen de bevalling in, wist mijn man hoe hij mij kon steunen en waren we een team. Voor mij maakte de omgeving daardoor bijna niet meer uit. Ik zat helemaal in een bubbel, mijn man erbij.

Oké het was wat oncomfortabel, hij op een krukje op wieltjes en ik op een bed zonder voeteneind, hard ook bovendien, pijnlijk om te lang op te liggen, maar dat is dan ook niet de bedoeling. Maar het was zo mooi, wij met z’n tweetjes in de stilte van de nacht, we konden het samen, we konden het zelf. Samen waren we zo sterk. En we hadden chocola en koekjes en lekker drinken en lauwe thee. Precies zoals ik wilde.

En toen was daar Fosse en maakte het ineens niet meer zo veel uit, als het maar goed met hem ging, als ik maar bij hem mocht zijn. Wat een mooi kereltje, wat wil een mens nog meer? Dat hebben we er maar mooi van gemaakt!

Baby zijn is overrated

In de Stokke newbornset, liggen is zo overrated.

Protocollen

Baby zijn is zo overrated. Dat moet Fosse gedacht hebben toen hij na een felle kreet op mijn buik lag bij te komen. Hij besloot gelijk maar eens flink te gaan drinken en de boel eens goed te bekijken. Alert en met zijn ogen open aanschouwde hij de wereld.
In de uren die daar op volgden moest hij voor observatie naar de neonatologie omdat ik helaas niet zonder bepaalde medicatie kon. De eerste uren brachten we daar door, hij heerlijk op mijn buik en voor de zekerheid aan de monitor. Het ging prima met hem, maar ja, protocollen he.

Fosse liet toen al merken dat hij niet zo van de protocollen, regeltjes en dat soort ongein is. De 24 uur observatie brak hij vroegtijdig af door de hele afdeling bij elkaar te gillen. De broeder die hem bij mij op de kamer kwam afleveren waar ik probeerde toch nog een paar uurtjes slaap te pakken zei dat ik ‘m mocht houden en dat ik iets had wat hij niet had. Ja de borst, dat was wat Fosse wilde.

Voorbode

Dat temperament bleek een voorbode van de maanden die volgden, Fosse is een felle, aan of uit. Maar bovenal wil hij steeds maar weer meer dan hij kan. De kinderarts die hem zag (iets met een mama met heupdysplasie en met een klein hoofdje en reflux) wist het gelijk: “Hij wil geen baby zijn”. De fysiotherapeut werd er bij geroepen en we kregen tips hoe we hem konden helpen de wereld te veroveren zonder al te grote frustraties.

Iedereen die Fosse nu vasthoud is verrast door zijn stevigheid. Hoewel hij echt niet gaat rollen, want waarom zou je van je rug naar je buik rollen als je helemaal niet op je buik wil zijn? Maar als je hem per ongeluk iets te rechtop houd dan gooit hij zijn buikspieren in de strijd en gaat hij zitten. Hij wil elke keer wat anders, even in de box, dan even zitten, even op schoot, even op de grond. Als iets niet lukt wordt hij boos, héél boos, want Fosse heeft geen standje er tussen in.

Dragen

Gelukkig zijn er genoeg dingen die wij als ouders kunnen doen. Hem dragen in de draagdoek zodat hij de wereld kan zien en meemaken maar ook kan wegduiken tegen onze borst, overweldigd door al die prikkels die nog veel te prikkelig zijn voor zijn babybreintje. Hem vasthouden en hem speelgoed aangeven, hem variatie bieden. Maar vooral veel met hem knuffelen, met hem spelen, hem omarmen en bevatten, hem zijn grenzen geven, hem helpen slapen. Met een doek over zijn ogen wiegen we hem in slaap, geven we hem de o zo hard nodige rust. Gillend geeft hij zich uiteindelijk over. Want slapen is zó overrated.

Voordelig temperamentje

Het heeft ook voordelen dat temperamentje want als hij niet gilt is hij vrolijk, hij lacht guitig naar iedereen die hem aandacht geeft en begint te grinniken als je hem nog wat meer dan dat geeft. Als ik hem op til probeert hij naar voren te duiken om een hapje uit mijn neus te nemen. Of een hapje uit mijn oor, wang, oog of wat er maar in de buurt komt. Regelmatig heeft hij, nog voor ik er op heb kunnen anticiperen, mijn bril of haar te pakken. Oké ik geef toe dat ik dat wat minder vind maar verder is het heel gezellig. Ik laat hem vliegen door de lucht en verrukt kijkt hij me aan, een sliert kwijl dwarrelt in mijn gezicht of met een beetje geluk een halve voeding. Het is altijd uitkijken geblazen met vliegende baby’s.
Als ik sta te koken maakt hij achter me smakgeluiden om mijn aandacht te trekken en liggend in de box kletst hij je oren van je hoofd. Als zijn broer of zus hem komen knuffelen grijpt hij ze vol overtuiging en lacht. Ze spelen graag met hem en zijn verwonderd over wat hij allemaal al kan. Ik ook, hoorde ik hem daar net nou ‘mama’ zeggen?

Geen baby

Mijn baby wil geen baby zijn. Mijn laatste baby die juist lekker lang baby moet zijn want zijn broer en zus zijn het al lang niet meer. Vijf maanden is hij alweer en voor ik het weet verslind hij boeken of zit hij optelsommetjes te maken in de auto omdat het zo leuk is. Met het voorbeeld van zijn broer en zus kan dat niet lang meer duren ben ik bang. Ho stop de tijd, laat hem nou toch even, gewoon heel even nog die baby zijn. Mijn baby!

Emmerbaby

 

Afgelopen weken volgde ik een cursus babymassage. Een echte aanrader, maar daarover later meer. Een van de dingen die ik daar leerde was hoe fijn een baby het vindt om te badderen in een emmer. Het is het idee van een tummy tub, maar een emmer is nog wat rechter waardoor je kindje echt wat meer klem zit. Het was voor Fosse altijd echt een toetje na de massage. Hij zat dan echt te genieten, met zijn teentjes te spelen en flink te spetteren. Dat was het moment dat ik besloot om ook een emmer te gaan halen. Een doorzichtige zodat ik wel goed kan zien hoe hij er in zit. Dat was nog best lastig maar bij de action scoorde ik er eentje met een blaadjesmotief. Een emmer van 12 liter maar 10 liter was ook prima geweest op dit moment.
Het idee is dat je je kindje met zijn beentjes gekruist voor z’n buik en z’n ruggetje tegen je aan in de emmer laat zakken tot hij met zijn billen de bodem raakt. Je zorgt dan dat de voetjes echt goed naar boven zitten, naast elkaar of gekruist. Daarna draai je de emmer zo dat je je baby aan kunt kijken. Je kunt je baby los laten tijdens het badderen maar uiteraard nooit alleen. Je moet er altijd direct naast blijven staan om in te kunnen grijpen indien nodig.

Het fijne van deze methode vind ik dat je geen glibberige baby in bedwang hoeft te houden. Doordat ze met de voetjes omhoog zitten kunnen ze zich niet afzetten. Ze zitten precies tot hun schoudertjes in het water als hun billen de bodem raken. Doordat ze eigenlijk behoorlijk klem zitten kunnen ze niet echt met hun hoofdje onder water komen. Ze vinden het heerlijk om zo klem te zitten, tenslotte hebben ze in de buik ook een hele tijd heerlijk in een warm badje klem gezeten. Wat zal dat dan fijn en vertrouwd voelen.

Wat Fosse ook heel leuk vindt is dat je zo goed bij je tenen kunt zonder er echt moeite voor te hoeven doen. Je kunt ze eindeloos bestuderen en voelen zonder dat ze wegglippen. Dat is geweldig als je net ontdekt hebt dat je ze hebt!

Naast spelen en spetteren vindt Fosse het ook heerlijk ontspannend. Meestal eindigt hij het emmeren met in zijn ogen wrijven en lekker een beetje dobberen met zijn duim in zijn mond. Heerlijk toch!

Ik ben de perfecte huismoeder (als je van chaos houdt).

“Niet, ik ben hier nog nooit geweest! Ik weet het zeker.” zeg ik tegen mijn man die zelfs nog een foto weet op te duikelen van twee jaar geleden dat we in exact dezelfde speelgoedwinkel zijn. Tenminste, hij heeft foto’s van van speelgoed uit dezelfde winkel, wij zelf staan er niet op dus ik weet in elk geval zeker dat ik daar nooit geweest ben. Want wat ik me niet kan herinneren is nooit gebeurd toch?

Zwangerschapsdementie

Ik zou het natuurlijk kunnen wijten een zwangerschapsdementie maar heel eerlijk gezegd was ik voor mijn zwangerschappen al niet de meest heldere geordende persoon. Eigenlijk ben ik zelfs op sommige vlakken geordender geworden. Zo hebben we meestal avondeten, doe ik best vaak een was (maar mijn man vaker), ruim ik wel eens op en ben ik nog nooit mijn kind vergeten. Sterker nog, ik ben het die mijn man regelmatig er aan helpt herinneren dat hij de kinderen moet halen want anders vergeet hij de tijd.

Mijn man heeft het inmiddels opgegeven mijn te leren hoe ik mijn spullen niet kwijtraak en heeft me chips gegeven voor aan al onze sleutelbossen. Ik kan ze met mijn telefoon terugvinden. En als ik mijn telefoon kwijt ben kan ik die vinden door op 1 van de chips te drukken. Of ik kan hem laten piepen met mijn Applewatch want hoe zou dat anders moeten als je al je sleutels kwijt bent? Ik moet zeggen dat het een hoop tijd scheelt die ik anders kwijt was met zoeken. En stress ook, want ik vind mijn sleutels terug op de vreemdste plekken. Of dat nou tussen de kussens van de bank is of in een verlaten sporttas.

Met sommige dingen drijf ik hem echter nog steeds tot wanhoop. De chaos die ik creëer als ik een dagje thuis ben, de vaatwasser die ik vergeet uit te ruimen, de natte was die nog in de machine zit of ook leuk, nat in een wasmand om op te hangen, maar dat ben ik dan dus vergeten. Meestal omdat er een kind om aandacht vroeg, autootje kwijt, schone luier nodig, ruzietje blussen, voorkomen dat de een de anders haren uit trekt. Oh nee, dat laatste gebeurt hier natuurlijk nooit.

Kruimels

Terwijl ik dit schrijf aan de eetkamertafel te midden van de kruimels probeer ik intussen een kind in slaap te wiegen. Ik kijk op de klok en zie dat het al bijna etenstijd is, ik had al ongeveer 20 minuten geleden moeten beginnen met het eten koken wat ik nog niet bedacht heb. Op de vloer ligt nog eten van gisterenavond, denk ik. Mijn man komt zo thuis en de vaatwasser is nog niet uitgeruimd.
Maar hé, dan heb ik wel een blog geschreven, de baby een keer of 4 in slaap gewiegd of gedragen, de boodschappen opgeruimd die bezorgd zijn, of nou ja, eigenlijk alleen de dingen die in de koelkast en vriezer moesten, ik ben in een dorpje geweest om een set nieuwe tweedehands luierspullen over te nemen en ik heb een instructie tekenen op de ipad pro gegeven. Oh en natuurlijk een was gedraaid en buiten opgehangen, de buurvrouw op bezoek gehad. En dat alles met een baby op sleeptouw. Best zwaar als de lift stuk is en je naar de tweede verdieping moet met een maxi cosi met slapende baby aan je arm. De tienduizend stappen haal ik vandaag ook wel weer. Allemaal met baby.

Chaos

Ik geef het toe, ik ben een chaosmoeder, een waardeloze huisvrouw. De huishoudelijke hulp weet morgen vast niet waar ze moet beginnen. Maar ze heeft wel eer van haar werk en ik heb eens gelezen dat kinderen die opgroeien in chaos intelligenter zijn. Of waren het de ouders die intelligenter zijn? Nou ja maakt niet uit, chaos is positief. Het is een stukje van mijn creatieve drukke brein wat het creëert. Wel jammer dat mijn creatieve drukke brein minder goed presteert in een grote chaos. Ik ben wel lief en creatief naar het schijnt, wat mijn gebrekkige huisvrouwenskills dan wel weer goedmaakt.

Review: Jellycat knuffels

Jellycat knuffels (Cordy Roy Vos)

Merk: Jellycat

Leeftijd: 
Vanaf 0 jaar

Testleeftijd: 
3-6 maanden

Waar te koop: 

grasonderjevoeten.nl
3vosjes.nl
jelly-shop.nl/
wehkamp.nl

Toen ik deze knuffeltjes tegen kwam in de zwangerschap was ik gelijk verkocht. Voor Fosse hebben we een aantal Jellycat vossenknuffeltjes gekregen/gekocht. Dit zijn knuffels uit de Cordy Roy serie, gemaakt van heel grof corduroy. Of ze in het echt net zo mooi en fijn zijn als het lijkt moet je dan altijd even afwachten maar de knuffels zien er niet alleen leuk uit met dat grove corduroy maar ze zijn ook nog eens heerlijk zacht en doordat ze een beetje verzwaard zijn op strategische punten blijven ze mooi zitten. Wij hebben de maat M knuffel, die is al best wel groot voor Fosse en daar speelt hij vaak heerlijk mee. Juist doordat de onderkant wat zwaarder is blijft hij lekker liggen en kan hij ondertussen het gezicht van de knuffel bestuderen (en natuurlijk in zijn mond stoppen). We hebben ook de vos knuffeldoek, dat is echt een heerlijk zacht knuffeldoekje die Fosse graag pakt en in zijn mond stopt. Door de contrasterende kleuren van het oranje en gebroken wit is de vos ook een sprekend karakter. Door de zachte stof met deels grove ribbels is er ook veel te voelen en ontdekken voor nieuwsgierige baby’s.
De kwaliteit is ook duidelijk goed, geen losse draadjes of dingen die niet lijken te kloppen. Gewoon ontzettend leuke en goed in elkaar zittende knuffels geschikt voor baby’s (want geen losse kraaloogjes).

Het merk Jellycat wordt gemaakt in London, ze hebben wat traditionelere knuffels maar het leukste vind ik zelf het assortiment wat gekkere knuffels gemaakt van bijzondere stoffen. Bewust lijken ze te zoeken naar een andere draai aan de standaard dierenknuffels. Er zitten echt hele leuke tussen.

Kortom, ik vind dit echt een aanrader, zowel om mee te spelen als om mee te knuffel of als accessoire voor in de kinderkamer.

Carnaval met een hoedje op

Ver van mijn bed

Carnaval, het is voor mij een redelijke ver van mijn bed show. Ik ben geboren en getogen in Amsterdam, het enige carnaval wat ik daar kende was kindercarnaval op de basisschool. Dan mochten we verkleed en deden we door de hele school spelletjes, dat was hartstikke leuk. Na de basisschool had ik eigenlijk zelden tot nooit nog verkleedfeestjes en hoewel het idee van verkleden best leuk is mis ik echt dat carnavalsgen. Ik heb bijvoorbeeld een bloedhekel aan de polonaise en saaie muts als ik ben drink ik ook nog eens bijna niet om het leed te verzachten. Ik voel me dan net een ontheemde.

Dus toen ik een aantal weken terug een berichtje kreeg dat we bij kangatraining verkleed moesten komen zonk de moed me in de schoenen. Ik hoopte eigenlijk stiekem dat iedereen dat stom vond maar helaas voor mij reageerde iedereen hartstikke enthousiast.

Kangatraining

Kangatraining zal ik trouwens ook nog even nader verklaren, dat is sporten voor moeders met baby’s en die baby’s worden ‘gebruikt’ in de oefeningen. Deels ‘los’, deels in een draagdoek of draagzak. We doen oefeningen op een matje en met de baby’s in de draagdoek of draagzak doen we oefeningen aan de barre of dansjes. Dat laatste is sowieso erg grappig, stel je voor een mama die probeert met een kindje op haar buik die probeert de stapjes van de trainster bij te houden. En dat er dan altijd wel een mama is die net de andere kant op draait of danst. We hebben altijd grote lol.

Toen ik eenmaal begreep dat ik er niet onderuit zou komen gingen de radertjes in mijn hoofd draaien. Ik maakte een tijd geleden al eens een schattig wollen vestje en dito puntmutsje. Ik vond Fosse in die outfit echt een schattig klein kaboutertje dus voor Fosse had ik de outfit klaar. Alleen daar moest natuurlijk wel iets bijpassends bij. De dag voordat we verkleed moesten besloot ik dat ik toch echt even wat moest gaan maken. Kabouters wonen in een paddenstoel of in het bos toch? Ik bedacht dat ik wel iets van een hoed kon maken van mezelf, een paddenstoel leek me het makkelijkst, maar ik had geen rood, niet in stof en niet in vilt, in ieder geval niet genoeg en niet stevig genoeg. Hmmm. Toen zag ik een lap groen dik vilt liggen en besloot dat ik een boomhoed ging maken.

Hoedje van vilt

Ik heb mijn hoofd opgemeten, een strook op het vilt getekend en daarna de bomen en blaadjes uitgetekend. Daarna ben ik gaan knippen waarbij ik het hier en daar zo aanpastte dat de blaadjes wat meer aan elkaar zaten zodat dat wat stevigheid zou geven. Helaas gaf de groene stift die ik gebruikt had nogal af, mijn handen waren helemaal groen en uiteraard kreeg ik het er niet zo maar meer af. Paste mooi in mijn outfit.
Vervolgens plakte ik met behulp van vloeibaar latex en stukjes dunner vilt stukjes ijzerdraad aan de achterkant voor de stevigheid. Daarna heb ik de voorkant beplakt met restjes van het wollen vestje wat ik gemaakt had en restjes vervilte wol van een trui die ik ooit in de wasmachine bij de rest van de was had gegooid en dun lichtgroen vilt voor de nerven van de bladeren voor wat extra diepte. Daarna heb ik de achterkant met groene acrylverf een likje gegeven om het wat neutraler te maken en als laatste heb ik drukknoopjes toegevoegd zodat ik de hoe ook plat kan opbergen en eventueel kleiner kan maken voor als de kinderen hem zouden willen gebruiken.

En dit is op de kangatraining zelf, niet mijn meest charmante foto, maar goed, wel een eerlijke foto zeg maar.

En dit krijg je als je Fosse probeert leuk op de foto te zetten:

Luier review: Close pop-in (snap-in-one/sio)

Merk: Close

Soort: Snap in one / sio

Geteste maat: One size

Aantal kg’s: 3,5-16 kg

Getest met aan kg’s: 3,5-6,5 en 18 kg

Waar te koop:

Testoordeel

Gebruiksgemak: Het in elkaar zetten is even wennen, maar daarna in 1x goed om te doen

Pasvorm: Op de verkleinstand zit er wel een beetje gekke bobbel bij de beentjes, maar verder zit de luier erg mooi.

Absorptie: In het begin hebben we de pop-in als nachtluier gebruikt, de absorptie is best goed, maar helaas hebben we wel steeds snel lekkage aan de voorkant bij het klittenband.

Comfort: Luier is soepel, striemt niet en zit mooi

Droogtijd: Doordat de luier er in geklikt zit en losgemaakt kan worden en er een aparte booster in zit is de droogtijd redelijk. Het is wel bamboe, dat droogt trager dan puur katoen.

 

Persoonlijke ervaring

Ik vind dit persoonlijk een van de mooiste luiers die er zijn en ook qua gebruiksgemak zijn ze heel fijn. In het begin toen Fosse nog niet geboren was heb ik ze een tijdje als nachtluiers gebruikt met mijn oudste zoon. Hij paste ze nog net met zijn 18 kg en met de nachtboosters absorbeerden ze voor hem genoeg. Hij vond ze alleen toch niet helemaal lekker zitten, voornamelijk omdat ze te strak om zijn benen zaten. Dat was natuurlijk ook niet zo gek, hij was gewoon eigenlijk al te groot voor deze mooie luiers. Dat vond hij wel heel jammer want hij vond ze prachtig.
Met Fosse hebben we ze later ook eerst als nachtluiers gebruikt toen we net begonnen met wasbare luiers. Al snel was dat niet meer genoeg en zijn we op andere nachtluiers overgestapt. De pop-in hield hem echter nog steeds een stuk droger dan de wegwerpluiers die we de eerste 10 dagen gebruikten.
De pop-ins zijn echt hele fijne luiers maar helaas hebben we als we overdag iets te lang niet verschonen (4 uur in plaats van 3 uur door een slaapje oid) of Fosse een keer veel plast snel lekkage aan de voorkant. De luiers zijn dan aan de achterkant nog niet nat en dus niet verzadigd. Het is een beetje een zoektocht naar hoe we de luier het beste werkend kunnen krijgen. Voor nu lijkt het er op dat ik de luiers te strak dicht deed. Het klittenband zit aan een rekbaar stukje waardoor je de neiging hebt het lekker strak te trekken, net zoals bij wegwerpluiers. Maar dit geeft waarschijnlijk druklekkage. Ik blijf het toch steeds proberen want ik vind ze veel te leuk en fijn om niet te gebruiken. Bovendien ben ik verwend met andere luiers die echt zelden tot nooit lekker terwijl ik bij mijn oudste met de wegwerpluiers veel vaker lekkage had dan nu met de close pop-ins. Het is allemaal maar relatief.

 

Voordelen

  • Makkelijk om te doen
  • Prachtige prints
  • Mooi systeem

Nadelen

  • Overbroekje heeft een absorberend deel en kan dus maar één keer gebruikt worden. Werkt dus meer als een all in one, daarbij gooi je ook alles tegelijk in één keer in de was.
  • Lekt wat sneller door dan tweedelige systemen

Hoe ik een nachtje weg met mijn baby overleefde

Fosse op ons hotelbed

De oudste twee kinderen zouden lekker gaan logeren in Amsterdam. Kom zei mijn man, dan gaan wij met Fosse lekker een nachtje in een hotel slapen en Amsterdam in. Dat leek me wel wat, even wat anders dan thuis moederen, even genieten van de grote stad die ik soms wel een beetje mis.

Ooit woonde ik in Amsterdam en lette ik niet op het gerinkel van de bel van de tram, ik vond het heel normaal om er te wonen, ik groeide er op in een leuk dorps aandoend straatje. Mijn ouders wonen daar nog steeds en als ik daar dan kom dan voel ik me heel groot. Sommige buren van toen wonen er nog, de kinderen waar ik op paste inmiddels ook het huis al uit. Ik word oud!

Dus zo gezegd zo gedaan. Mijn man boekte een hotel, reserveerde een restaurant en na het wegbrengen van de oudste twee gingen we eerst maar eens uitgebreid lunchen op een terras in de zon. Want ja, het is weliswaar februari, maar wel prachtig weer en in de zon is het zelfs zonder jas goed toeven.

Fosse slaapt ondertussen wat in de draagzak, we vertrekken naar het hotel en daar pakt hij de dames van de receptie helemaal in met zijn guitige lachjes. Dit wordt een heerlijk uitje!

Eerst moeten we van mijn man naar de apple store, dat vraagt hij elke keer als we in Amsterdam zijn dus nu kon ik er niet meer onder uit. En ok ik geef toe, best leuk ook voor iemand die stiekem ook een heel apple arsenaal in huis heeft.

Daarna gaan we uit eten bij “De plantage”, prima plek om met je baby te gaan eten, ruimte genoeg voor de kinderwagen en het eten is echt heerlijk. Allemaal net wat anders dan de standaard dingen die je normaal op een kaart vind en lekker veel vegetarisch. Fosse vermaakt zich prima, drinkt twee keer lekker verstopt onder een doek want anders raakt hij afgeleid, onder de doek en lacht naar iedereen die naar hem kijkt. Op een gegeven moment is het wel een beetje klaar, maar na een schone luier (ja ik heb die wasbare gevallen meegesleept) is het in papa’s armen ook best lekker.

Om acht uur komen we doodop aan in het hotel. We gaan eens een heerlijk nachtje slapen nemen we ons voor. Eerst even onder de douche en dan maak ik om 22.30 u Fosse wakker voor de late voeding. Hij is niet erg enthousiast, maar ja hij heeft om 20 uur ook nog gehad. Tijd om lekker te gaan slapen.

Helaas blijkt Fosse andere plannen te hebben. Hij wordt een paar keer wakker en dat campingbedje van het hotel is toch wat anders dan onze eigen co-sleeper. Mijn man kan er nauwelijks bij om hem zijn speentje te geven en om 2 uur is het echt klaar en wil hij eten. Daarna een hoop gemurmel en gepiep waarna we hem uiteindelijk tussen ons in leggen, lekker hoog zodat hij niet onder het dekbed kan komen. We slapen een paar uurtjes om vervolgens om 6 uur wederom gewekt te worden door een hongerig jongetje. En uiteraard besluit hij vervolgens dat hij niet meer wil slapen en gilt hij de hele kamer bij elkaar. Ik hoop maar dat de overige gasten niet gewekt worden door het gegil.
Uiteindelijk gaat mijn man met hem op de bank liggen en lig ik nog eventjes te dutten.

Ons ochtenduitzicht

Tijdens het ontbijt brult hij wederom regelmatig hard alles bij elkaar. Een ober biedt ons gelijk koffie aan en als mijn man een espresso bestelt zegt hij: “een dubbele zeker?”, even later komt er een serveerster die probeert Fosse te hypnotiseren met haar warme stem. Hij gromt een paar keer en begint vervolgens weer hard te gillen. “Normaal heb ik juist een rustgevend effect op baby’s” zegt ze ietwat verongelijkt. Ik stel haar gerust dat hij niet in zijn normale doen is. Uiteindelijk lukt het als ik om 11 uur een stuk met hem ga lopen. Zijn snoetje is inmiddels wit, zijn ogen dik en rood.

 

En nu, nu ligt hij te slapen in de wagen alsof er niks aan de hand is en zitten wij met dichtgeknepen ogen in het zonnetje op het terras. Zo is het leven van ouders, genieten van waar je van genieten kunt. Lekker puh!