
Ik verspreid graag het wasbareluierevangelie. Ik ben enthousiast en dat mag iedereen weten. In het begin was dat niet hoor, ik schaamde een beetje voor die gekkigheid. Ik moet het weer een anders doen dan de rest en ik kende eigenlijk niemand die ze gebruikte. Grappig genoeg wilde een goede vriendin er ook aan beginnen. Allebei zwanger van ons derde kind hebben we heel wat wetenswaardigheden uitgewisseld. Dat was heel fijn! Uiteindelijk was mijn man, die eerst tegen was, de gene die op liep te scheppen over de wasbare luiers. Daardoor ontdooide ik zelf ook langzamerhand een beetje.
Inmiddels ben ik een redelijk door de wol geverfde wasbare luier gebruiker en heb ik ontzettend veel geprobeerd en al aardig wat kennis opgebouwd. Ik vind het erg leuk om deze kennis te delen en mensen enthousiast te maken voor die gekke wasbare luiers.
Twee vriendinnen van de zwangerschapsgym waarmee ik altijd contact heb gehouden gaven aan dat ze er ook wel eens over gedacht hebben maar niet wisten waar te beginnen. Dus ik stelde voor om ze eens wat te laten zien. Dat vonden ze een goed idee.
Gisterenavond was het zo ver, de twee dames, hun baby’s en de partner van één van de twee kwamen een avondje luiers kijken, voelen en bestuderen. De avond begon al goed want de mama van de jongedame op de foto had geen luiers bij zich. Ik heb ergens nog wel een pak wegwerpluiers maat 2 liggen, maar daar past ze al lang niet meer in. Ik stelde voor dat ze een wasbare luier zou lenen en dat wilde ze wel. Kon ik haar gelijk laten zien hoe wasbare billendoekjes werken en hoe je de luier goed om doet.
We hezen haar in een Bamboozle maat 2 met een petit lulu overbroekje (one size) met een inlegvelletje en vanwege de luieruitslag Heilwolle. Haar romper kon nog net dicht en het broekje zat al strak met de wegwerpluier maar zelfs die ging er nog overheen. En zij zelf vond het allemaal prima.
Daarna aten we van de meegebrachte tompoucen en dronken we wat en toen gingen we echt beginnen. Ik had van te voren vanalles uitgezocht en netjes gesorteerd waardoor we keurig soort voor soort konden bekijken. We gingen van all-in-ones naar Pockets naar snap-in-ones naar tweedelig en we eindigden met de prefolds, hydrofielen en strikluiers. Uiteindelijke duizelde het zelfs mij een beetje. De tafel was inmiddels bezaaid met luiers en het was een grote chaos geworden. Alleen maar goed, we zijn er echt in gedoken.
De luiers werden uitgebreid bekeken, sommige gelijk terzijde geschoven (all-in-ones vaak lekkage? Laat maar dan. Strikluiers, “ga ik echt niet aan beginnen”.) en anderen met interesse bekeken. En de vader die mee was gekomen maakte notities op zijn telefoon en aan het einde van de avond wist hij wat hij wilde. Heel leuk om te merken!
Ik denk dat we de avond wel een succes kunnen noemen. Hoewel de hoeveelheid informatie groot was en iedereen zich een beetje uitgeknepen voelde aan het eind van de avond wisten ze wel veel beter wat er te krijgen is en wat ze willen. Ik ben erg benieuwd naar de eerste wasbare luier verhalen!
En vanmorgen kreeg ik nog een ander bericht. Het meisje van de foto was bij thuiskomst eigenlijk gelijk in slaap gevallen dus ze besloten de gok te wagen en de luier aan te laten. Ik gaf nog als tip om even aan de achterkant te voelen of de voorgevormde luier daar nog droog was en dat was zo dus ik had er wel vertrouwen in. De volgende morgen kreeg ik bericht dat ze droog was gebleven. De luier zelf was wel goed nat, maar geen lekkages en haar luieruitslag was bovendien veel minder. Super!




Fosse: hoort bij team no sleep. Als hij moe is zie ik dat aan zijn ogen, hoor ik dat aan zijn jengeltje en maar al te vaak verraad hij zichzelf door driftig in zijn ogen te wrijven. Alleen is Fosse helaas niet van plan zich er aan over te geven. Slapen is voor baby’s zal hij wel denken, want het is zijn minst favoriete bezigheid.
Ik: ben van team sleep. We doen er alles aan om er zelf zoveel mogelijk van te krijgen en daar hoort dus ook bij dat Fosse moet slapen. Slapen is voor baby’s vinden we en ze hebben hun rust hard nodig anders zijn ze niet te genieten. Fosse in slaap krijgen is mijn grootste uitdaging.























Een tijdje terug kocht ik een schattig wollen broekje. Fosse past het al een hele tijd en het is heerlijk zacht. Het leek me niet heel ingewikkeld om zelf te maken maar het kostte me even voor ik had uitgeplozen hoe het was gedaan. Eerst zocht ik een tijd naar een geschikte wollen stof, maar zoals dat broekje, met een mooi ribbelrandje aan de bovenste broekrand kon ik niet vinden. Sowieso kon ik geen lap gebreide stof vinden.
Eerst trok ik het broekje wat ik al had over op patroonpapier, daarna paste ik het een beetje aan want ik wilde het wat groter hebben. Ik tekende een broekje en dat knipte ik twee keer uit de stof. Het onderboord van de spencer werd de bovenkant van het broekje. Ook maakte ik een soort ovaal stukje stof voor het kruis en ik knipte twee lange stroken voor de bandjes over de schouders. Ik naaide eerst het kruis aan één kant aan het broekje en daarna de twee broekhelften met de goede kanten op elkaar aan elkaar. Van twee rechthoekige stukjes trui maakte ik de boorden voor de pijpen, de bandjes maakte ik binnenstebuiten dicht om ze vervolgens om te keren. Ik naaide de banden kruislings aan het broekje en klaar was kees. Helaas was dit broekje wat aan de grote kant en ik wilde juist zo graag een broekje voor nu.
Ik besloot nog een broekje te maken uit de stof, ik had alleen net wat weinig. Ik maakte de boorden deze keer van okergele boordstof en voor de banden heb ik eigenlijk niet genoeg lengte dus ik maak twee lusjes van dezelfde boordstof en twee knopen aan de einden van de bandjes die ik daar doorheen kan haken. Deze versie vind ik eigenlijk nog leuker dan de eerste, zo zie je maar dat het soms helpt om een beetje te moeten worstelen met je materialen. Je wordt er creatiever van. Op naar het volgende upcycle project, ik weet nog niet wat maar oude dingen een nieuw leven geven geeft zo veel voldoening!





“We moeten gewoon de thermostaat een graadje lager zetten.” Zegt mijn man, waarop ik geïriteerd reageer dat ik echt niet thuis ga zitten koukleumen. Dat hij de kachel op zijn kantoor maar een graadje lager moet zetten dan.