Lang leve de borstvoeding … of niet.

De eerste keer voeden buiten de deur.

Ik weet het niet hoor, is borstvoeding geven nu de hemel of de hel. Als ik de borstvoedingsgoeroes moet geloven is het de hemel. Voor je baby dan in elk geval. Hoe dat voor moeders dan de hemel moet zijn weet ik niet zo goed want hoe kun je nog iemand anders zijn dan mama als je baby 24/7 aan je borst hangt… of er in de buurt. En je mag geen speen geven en ook niet inbakeren. Zelfs dragen in de draagdoek kan er voor zorgen dat je voedingssignalen mist. En als je de eerste 24 uur niet huid op huid met je kind doorbrengt dan is de borstvoeding gedoemd om te mislukken. Of misschien neem ik het allemaal wel iets te hoog op.

Bij mijn eerste mislukte de borstvoeding faliekant. Of nou ja, het liep met een hoop hobbels en eindigde met een desillusie. Want wat had ik graag mijn kindje aan de borst gehad nadat hij te vroeg geboren werd na een zwangerschap met nét zo veel hobbels. Deze keer zou het anders gaan had ik me voorgenomen. Fosse zou borstvoeding krijgen, daar zou ik alles aan doen. Ik nam me voor om niet te veel over mijn eigen grenzen te gaan daarbij maar realiseerde me ook dat dit voor mij nog wel eens moeilijk zou zijn.

Ik las op internet, ik las boeken, ik las alles wat los en vast zat over borstvoeding want deze keer móest het lukken. Halverwege hét borstvoedingsboek van het moment gooide ik het boek huilend aan de kant want één ding wist ik wel, mijn zoontje moest na de geboorte 24 uur op de neonatologie verblijven omdat ik helaas niet zonder bepaalde medicijnen kan. Dus die eerste 24 uur onlosmakelijk met je kind zijn dat werd hem niet. En dat op zich was al verdrietig genoeg, maar in mijn hormonale toestand zag ik ook alleen maar hoe het boek beschreef hoe het zou gaan in die ideale wereld. Die wereld die voor mij helemaal niet bestond want hoewel ik niets liever dan thuis knus en kneuterig in een bevalbad had willen bevallen was dat sowieso nooit aan de orde geweest.

Aan de borst

In de praktijk is het natuurlijk vaak anders. Fosse bleek een natuurtalent. Hij lag bijna twee uur op mijn borst, lekker warm en dichtbij waar hij vandaan kwam. Na een kwartier begon hij te snuffelen en vond algauw een tepel waar hij zichzelf aankoppelde, met een beetje hulp van mijn kant, want ik vond dat hij al hard genoeg had gewerkt. Niks ze kruipen zelf naar je borst en leggen zichzelf aan. En goeroes zijn ook alleen maar goeroes geworden omdat mensen ze goeroes vinden.
Hij dronk 45 minuten aan de borst en begon toen zelfs wat melk terug te geven. Hij had gedronken, hij slikte en was in die eerste twee uur al verder gekomen dan Lucas in de eerste twee weken. Ik was in de zevende hemel en toen ze Fosse kwamen halen om mee te nemen naar de neonatologie stuurde ik papa mee en greep ik de kans om even wat te eten en te douchen want ik had honger en voelde me lichtelijk vunzig na al dat gezweet, bloed en plensen vruchtwater langs mijn benen.

Het eerste stukje was geslaagd, ondanks de minder ideale situatie dronk Fosse gewoon helemaal zelf uit mijn borst. Een goede start is het halve werk toch?

Dit is geen succesverhaal

Voeden in de ringsling is zo makkelijk nog niet.

Dit had natuurlijk het begin van een succesverhaal kunnen zijn, want dat hoop je dan natuurlijk, dat je gewoon lekker een lange neus kunt trekken naar de goeroes die alles zo goed weten.
Nou doe ik dat natuurlijk toch wel, maar helaas niet omdat ik het beter weet dan de goeroes maar omdat ik het toch wel anders doe dan voorgeschreven. Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Ik trek mijn eigen plan.

Blaren

Het begon ermee dat hij me de blaren op mijn tepels zoog. Auw, het brandde. Hij wilde ongeveer continue aan de borst. De verpleegkundige van de kraamafdeling vond dat ik hem maar gewoon minder vaak en minder lang moest voelen. Ja amijnhoela, ik ga een beetje mijn pasgeborene de borst ontzeggen. Ik ben juist zo blij dat hij ‘m wil.
Nou ja, dan maar voeden met blaren dacht ik. Ik tackelde het probleem eigenhandig door Fosse elke keer af te koppelen als hij zijn kaken op elkaar klemde want dat deed hij nogal veelvuldig en dat voelde niet echt fijn.

Kraamweek

Ochtendvoeding na een veel te korte nacht.

De kraamzorg was enthousiast. Ik vertelde wel dat het brandde en dat het allemaal nog niet zo lekker voelde maar ja, hij hapte goed aan, hij dronk goed, hij kwam goed aan. Het was gewoon goed. Punt. Ze vonden mij en hem natuurtalenten. Jubelend namen ze afscheid, het ging geweldig. Dat ik af en toe nog een tegenwerping mompelde dat het toch niet héél fijn aanvoelde werd niet opgemerkt. Zelfs de verloskundige zag een soort modelmoeder met modelbaby die helemaal op elkaar afgestemd waren. Dat mijn baby zich maar steeds verslikte, hikte, boerde en spuugde was natuurlijk heel normaal. Dat vond ik ook, ze doen het allemaal toch? Dat bijna stikken in de melk van mama?

Kort tongriempje

Na maanden tobben en het gevoel hebben dat dit toch niet kon zijn wat de goeroes bedoelden besloot ik toch maar naar mijn gevoel te luisteren en een lactatiekundige erbij te halen. Dat vechten aan de borst, dat trekken aan de tepel, het klemmen, het afzakken, het gillen na de voeding, en ervoor en er tussen en en en. Nou ja, dat het dus zeer deed en onprettig was en een eindeloos gevecht dat was dus niet normaal. Volg altijd je moedergevoel…
Sterker nog, elke keer dacht ik, zou zijn tongriempje wel goed zijn? En zijn lipbandje? Ik las me in maar zag dingen over hartvormige tongen, lipjes die niet omgekruld konden worden. Ik hield mijn mond er maar over bij de lactatiekundige. En wat schetste mijn verbazing? Ze keek, observeerde, keek nog meer en constateerde dat hij toch vermoedelijk wel een verborgen tongriempje had en dat lipbandje kon ook wel eens een probleem zijn.

Bij het consultatiebureau ging ik toch nog maar een keer meten en wegen na dat consult. Tot nu toe vonden ze hem gewoon wat klein van stuk, ik twijfelde elke keer of het allemaal wel goed ging, ik verwachtte dat hij meer zou aankomen, harder zou groeien maar bij het consultatiebureau waren ze niet onder de indruk. Tot dat moment, ineens gingen de alarmbellen rinkelen want hij was wel erg weinig gegroeid.

Oké, volg altijd je moedergevoel dus. We lieten het bandje doornemen met een electrotoom. Was hard nodig, de lactatiekundige die de nazorg deed en de tandarts die de behandeling deed waren verbaasd dat ik zo lang had volgehouden, het leek ze pijnlijk hoe hij compenseerde met zijn kaak wat zijn tong niet kon.

Reflux

Voeden in de auto

De periode daarna verbeterde het iets, hij begon weer iets beter te groeien en ik merkte dat hij minder snel los liet. Het gillen, vechten aan de borst, hikken, verslikken, boeren en spugen bleef. Ik had eerst het tongriempje de tijd gegeven en Fosse de tijd gegeven om te wennen, om te oefenen met zijn nieuw verworven tongvaardigheden. Maar hoewel het dus een kleine verbetering gaf bleef de pijn. Tijd voor de volgende stap, want reflux had de lactatiekundige ook genoemd en ook bij het consultatiebureau had met aangegeven dat we misschien eens moesten gaan kijken naar medicatie. Omdat we toch al naar de kinderarts moesten legde ik dat gelijk daar voor en die vond het een goed idee om maagzuurremmers te proberen want ze hoorde hem flink slikken en mijn hele verhaal paste er bij.

Het is zeker een verschil die medicatie, ik kan hem nu plat neerleggen, wauw, gewoon even een tijdje spelen in de box! Ik hoef hem niet meer de hele dag rechtop te houden en te dragen, heerlijk. Maar aan de borst…tja, laten we het daar eens over hebben.

Vijf maanden afzien

Zo zijn we nu op het punt aangeland dat ik vijf maanden borstvoeding geef. Ik ben er trots op want het ging niet zonder slag of stoot. Eigenlijk gaat het dat nog steeds niet. Hij trekt, slobbert, drinkt onrustig, draait met zijn hoofd. Maar inmiddels duren de voedingen eerder 10 minuten dan 1,5 uur, heb ik af en aan erg gevoelige tepels maar stuk zijn ze nooit en nog veel belangrijker hij groeit. Dat het zeer doet neem ik maar voor lief, zo lang het af en toe weer wegtrekt en niet erger wordt houd ik het wel vol. Ik kan dat gewoon, powerrrrr.
Ik moet wel zeggen dat het niet zo hemels is als ik het me had voorgesteld. Zo’n stukje band opbouwen met je kind, ultieme hechting. Ik bedoel dat is er wel. Dan heeft mijn man Fosse net rustig en dan zeg ik wat hardop, moet ik dus niet doen want mijn stem betekend dat de redding nabij is, EEETUUUUUH! En brullen dus.

En borstvoeding geven betekend ook dat je vast zit aan je kind, ook als je even geen zin hebt. Oh ja, je kunt ‘m best een flesje afgekolfde melk geven. Maar dan moet je dus wel kolven. Dan hang je dus een half uur aan de melkmachine en sta je nog in dienst van je kind. Oh ik heb het er voor over hoor. Maar soms ook even niet, dan wil ik gewoon niet, gewoon even niks. Dan wil ik gewoon op de fiets naar de supermarkt kunnen en dan uren wegblijven omdat ik nog iets anders heb bedacht zonder dat ik me zorgen hoef te maken over een brullend kind wat z’n moeders tiet nodig heeft of over ontploffende borsten die als niet door het kind dan wel mechanisch geledigd moeten worden.

En zullen we het maar niet over ’s nachts hebben? Ik heb nooit een nachtje vrij. Moehoe!

De heerlijkheid

Voeden in de ringsling deel 2

Toch is het ook heerlijk om zo’n klein mannetje te zien groeien op niets anders dan jouw borstvoeding. Dat heeft toch wel iets magisch. Eerst 9 maanden in de buik en daarna er buiten groeien op wat mama geeft. Oké het is lichtelijk parasitair, zo’n wezentje wat van je eet, maar zo heeft de natuur het bedoeld. Toch bijzonder!
En ergens is het ook wel fijn dat hij je gewoon nodig heeft. En het excuus dat ik extra veel van lekkere dingen moet omdat ik ook de portie voor Fosse eet werkt goed bij onze oudste kinderen. Werkt alleen wat minder goed voor de weegschaal. Ach ja.

En vergeet niet dat je altijd je borsten bij je hebt, altijd warme melk klaar voor gebruik. Ik heb er geen enkele moeite mee om ergens anders te voeden. Nou ja het is soms onhandig. Zo heb ik laatst op het schoolplein gevoed, toen ben ik maar op de grond gaan zitten want staand voeden onder je jas, nou ja, dat werd hem niet.

Het is allebei

Voeden op de grond in de babykamer. Voeden kan overal.

Kortom borstvoeding is alles. Het is niet fijn en fijn, het is leuk en niet leuk, het is vreselijk en heerlijk, het is de hemel en de hel. Het is alles en het is niks. En als de goeroes het het beste weten trek ik een lange neus. Degene die het het beste weet ben ik. Voor mezelf dan. En voor Fosse, al is mijn man het daar natuurlijk niet altijd mee eens. Lang leve de borstvoeding… of niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *