Vleesarm eten (vegetarisch dus maar niet alle dagen) en onze ultieme vervanging voor spekjes.

Een jaar of 11 was ik en ik besloot geen beest meer te eten. Ik hield het acht jaar lang vol tot ik voor een half jaar naar Paraguay vertrok. Een land waar ze nauwelijks weten wat vegetariërs zijn. Ik besloot, mede omdat ik in een gastgezin zou wonen, om weer vlees te gaan eten. In Nederland waagde ik me voorzichtig aan de boterhamworst, het enige wat ik kon verdragen op dat moment. In Paraguay aangekomen werden we onthaald met een waar feestmaal. Kalfstongen! Ik heb het huilend opgegeten, het smaakte heerlijk, maar het was een beetje heftig vond ik dat die tong nog herkenbaar een tong was.

De maanden daarna at ik af en toe wat vlees als het door het eten zat. Mijn gastgezin begreep er niets van, ze dachten dat ik vegetariër was. Haha en ik deed nog wel zo mijn best. Ik at zelfs wel eens een stukje kip als het avondeten weer eens bestond uit een hele kip. Maar dat was geen vlees vonden ze.

In de jaren daarna ben ik vlees blijven eten, vrij bewust, ik wilde het gedoe niet meer en was als vegetariër nogal panisch. Bovendien vind ik vlees op z’n tijd erg lekker. Maar ik wil er wel bewust van genieten. Mijn eerste man vond vlees erbij horen. Hij vond dat vegetarisch maar raar, vagetonisch noemde hij dat en als ik lekker vegetarisch gekookt had vroeg hij: “En waar is het vlees?”. Van hem leerde ik overigens wel wat echt lekker vlees is.

Mijn huidige man vind vlees net als ik lekker maar ook vaak helemaal niet nodig. En omdat we samen bewust proberen te bedenken wat wij kunnen bijdragen aan een beter milieu hebben we op een goed moment besloten om echt bewust te gaan proberen minder vlees te eten. We aten al lang niet alle dagen vlees, maar gehakt door de pastasaus was toch wel lekker makkelijk.

Inmiddels eten we eigenlijk bijna alle zelfgekookte avondmaaltijden vegetarisch. De ene keer eten we een vleesvervanger en de andere keer eten we een maaltijd waarin gewoon geen vlees hoort. Eigenlijk vind ik die maaltijden vaak het lekkerst.

Toch blijft het soms lastig. De oudste wil vaak sowieso geen dieren eten, maar vleesvervangers vind ze ook niet echt lekker. De middelste is een echte carnivoor, hij is dol op worst en spekjes. Op brood of bij het eten. Hij laat zich nauwelijks foppen. Het ziet er vaak wel uit als vlees maar hij neemt enthousiast een hap om vervolgens te zeggen dat hij het niet lekker vindt.

Maar langzamerhand ontdekken we steeds meer dingen. Zo hebben ze het totaal niet in de gaten als wij mexicaanse saus of bolognese saus maken met vegetarisch gehakt. Wij vinden het zelf in elk geval nog steeds heel lekker. En we hebben heel wat vega rookworsten de revu laten passeren, de meesten leken er niet eens op, sommige waren ronduit vies maar de Vales vega rookworst leek er juist niet echt op van buiten maar smaakte verrassend lekker rokerig. Zelfs Lucas vond die wel lekker.

En wat we tot nu toe niet echt konden vervangen waren de uitgebakken spekjes. Die van de vegetarische slager vonden we toch niet vergelijkbaar. Ze kwamen sowieso niet door de Lucas-test. Tot we dit ontdekten:

Wat is dat?! Ziet er niet heel lekker uit he? Het is ons geheime recept, eigenlijk gepikt van Pierre Wind, je weet wel, die gekke drukke kok. Het zijn gebakken kappertjes (Pierre frituurt ze maar wij hebben geen frituurpan). Je bakt ze in een flink laagje olie, niet te hard, ze springen een beetje open en dan zijn ze goed, je laat ze uitlekken op keukenpapier en klaar. Gebakken kappertjes zijn heerlijk knapperig, niet meer zuur maar lekker zoutig. Lucas, die echt geen kappertjes lust maar dol is op spekjes vond ze net zo lekker als spekjes zei hij. Ook Lotte strooide ze enthousiast over haar eten. Ik had twee potjes kappertjes gemaakt, maar dat was eigenlijk niet genoeg!

Echt een topvervanging voor uitgebakken spekjes dus, heerlijk in pasta met roomsaus, rucola, cherrytomaatjes en pijnboompitjes, lekker in salades. Iedereen aan de kappertjes!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *